Vaarregels
op het water
Wat zijn de belangrijkste vaarregels?
Iedereen verdient een perfecte voorbereiding
op het vaarbewijs examen.Corstiaan Smit
Vaarregels op het water: Wie heeft voorrang?
Het water lijkt soms een grote vrije speelplaats, maar schijn bedriegt. Net als op de weg gelden er strikte verkeersregels. Sterker nog: de regels op het water zijn vaak complexer omdat er geen stoplichten, haaientanden of wegbelijning zijn.
Op deze pagina duiken we in de hiërarchie van de vaarregels. We leggen uit wat de basisregels zijn, welke regels bijna iedereen vergeet, en hoe dit terugkomt in je examen.
Welke soorten vaarregels zijn er?
Vaarregels zijn grofweg in te delen in drie categorieën:
- Gedragsregels: Hoe gedraag je je veilig? (Bv. niet zwemmen in de vaargeul, geen golfslag maken).
- Voorrangsregels: Wie mag er eerst bij een kruising of engte?
- Technische regels: Eisen aan verlichting, geluidsseinen en uitrusting.
De 5 Belangrijkste Vaarregels (De “Big Five”)
Als je deze vijf regels kent, voorkom je 90% van de ongelukken op de binnenwateren (BPR):
- Goed Zeemanschap: Veiligheid gaat altijd voor het recht. Dreigt een aanvaring? Wijk uit, ook al heb je voorrang.
- Stuurboordwal gaat voor: Op een vaarwater (rivier, kanaal, geul) moet je zoveel mogelijk stuurboord (rechts) aanhouden. Wie stuurboordwal houdt, heeft voorrang op schepen die dat niet doen.
- Klein wijkt voor Groot: Een klein schip (< 20m) moet ruimte maken voor een groot schip (> 20m), veerpont, passagiersschip of sleepboot.
- Motor wijkt voor Spier/Zeil: Twee kleine schepen? Dan wijkt de motorboot voor de roeiboot of zeilboot (mits deze zeilt).
- Rechts gaat voor: Alleen op open water (zonder betonning of wal) en bij schepen van gelijke categorie (motor vs motor), heeft het schip van rechts voorrang.
Let op: In tegenstelling tot op de weg, is “rechts gaat voor” op het water dus niet de hoofdregel. Stuurboordwal en Groot/Klein zijn vaak belangrijker!
Regels die bijna niemand kent (maar wel gelden!)
Er zijn regels die zelfs ervaren schippers vaak vergeten. Ken jij ze?
- Zwemmen bij bruggen: Het is streng verboden te zwemmen in de buurt van een brug, sluis of in de vaargeul. Je bent onzichtbaar voor de schipper. Boete: € 150,-.
- Vissen in de vaargeul: Je mag niet vissen (met hengel of net) in de vaargeul of aanleggen aan tonnen/boeien.
- Het “Oplopen”: Als je iemand inhaalt (oplopen), heb je nooit voorrang. Ook niet als jij een zeilboot bent en je haalt een motorboot in. De inhaler moet altijd uitwijken voor de ingehaalde.
Hoe komen de vaarregels tot stand? (Wetten & Reglementen)
Er is niet één wetboek voor heel Nederland. Afhankelijk van waar je vaart, geldt een ander boekje. Hieronder de verschillende reglementen. Op onze pagina over reglementen en wetgeving vind je het complete overzicht.
| Afkorting | Volledige Naam | Waar geldt dit? |
|---|---|---|
| BPR | Binnenvaartpolitiereglement | De meeste Nederlandse binnenwateren (Kanalen, meren, Friesland, etc.). |
| RPR | Rijnvaartpolitiereglement | Grote rivieren (Rijn, Waal, Lek, Pannerdensch Kanaal). |
| BVA | Bepalingen Voorkoming Aanvaringen | Open zee en Noordzee. |
| SRW / SRE | SRW, SRE en SRKGT (Zeer Lokaal) | Specifiek voor Westerschelde, Eemsmonding en Kanaal Gent-Terneuzen. |
Hoe zorgen regels voor veiligheid?
Vaarregels creëren voorspelbaarheid en daardoor veiligheid op het water. Op het water is remmen lastig (schepen hebben geen rem). Daarom moet je kilometers van tevoren al weten wat de ander gaat doen.
Als iedereen zich aan “Stuurboordwal gaat voor” houdt, ontstaan er geen conflicten in bochten. Als iedereen de betekenis van een blauw bord (op de Rijn) kent, ontstaan er geen misverstanden tussen een klein jacht en een binnenvaartschip van 110 meter.
Vaarregels in Klein Vaarbewijs 1 (KVB1)
In KVB1 ligt de focus volledig op het BPR. Je moet de voorrangsregels op kanalen, meren en bij bruggen dromen.
3 Voorbeeldvragen KVB1:
| Vraag | Antwoord & Uitleg |
|---|---|
| Vraag 1: Een klein zeilschip kruist de koers van een groot motorschip (>20m) op een meer. Wie heeft voorrang? | Het grote motorschip. Uitleg: De regel “Klein wijkt voor Groot” gaat boven de regel “Motor wijkt voor Zeil”. |
| Vraag 2: Je vaart in een betonde vaargeul aan stuurboordwal. Van links komt een zeilboot uit een nevenvaarwater. Wie gaat voor? | Jij (stuurboordwalhouder). Uitleg: Een schip dat stuurboordwal houdt in het hoofdvaarwater, heeft voorrang op schepen die uit een nevenvaarwater komen. |
| Vraag 3: Wat betekent een rood-wit-rood bord langs de kant? | Verboden ligplaats te nemen (aanmeren). Uitleg: Dit is een van de meest voorkomende borden. Ankeren of vastmaken is hier verboden. |
Vaarregels in Klein Vaarbewijs 2 (KVB2)
Bij KVB2 leer je de regels van het BVA (Zee) en de afwijkingen op het RPR (Rivieren). Hier zitten de instinkers, omdat regels soms tegengesteld zijn aan het BPR.
3 Voorbeeldvragen KVB2:
| Vraag | Antwoord & Uitleg |
|---|---|
| Vraag 1: Je vaart op de Noordzee (BVA). Geldt de regel “Klein wijkt voor Groot” hier? | Nee. Uitleg: In het BVA zijn alle motorboten gelijk, ongeacht de lengte. Een supertanker heeft geen automatische voorrang op een jacht (tenzij hij diepgang-beperkt is of in een VSS vaart). |
| Vraag 2: Op de Waal (RPR) zie je een groot schip met een blauw bord met wit knipperlicht. Wat doe je? | Je wijkt uit naar je eigen bakboordzijde (links). Uitleg: Het blauwe bord betekent: “Ik wil u stuurboord-op-stuurboord passeren”. Je vaart dus “verkeerd om” voorbij. |
| Vraag 3: Wat betekent 1 korte stoot op de scheepshoorn in het BPR vs. het BVA? | Verschil in intentie vs. actie. Uitleg: In BPR betekent het: “Ik ga stuurboord uit” (intentie). In BVA betekent het: “Ik verander *nu* mijn koers naar stuurboord” (actie). |
Veelgestelde vragen over de vaarregels
Nee, absoluut niet. Dit is een veelgemaakte fout. Rechts heeft alleen voorrang op open water zonder betonning, en alleen als de schepen van gelijke soort zijn (bijv. twee motorboten). In alle andere gevallen gaan regels als “Klein wijkt voor Groot”, “Stuurboordwal gaat voor” of “Motor wijkt voor Zeil” voor.
Er is geen landelijke maximumsnelheid zoals 130 km/u op de snelweg.
Op kleine plassen en grachten is het vaak 6, 9 of 12 km/u.
Op grote rivieren en het IJsselmeer is vaak 20 km/u of geen limiet (voor snelle boten in de snelvaarzone). Let op de borden langs de kant (bord A1 met een getal erop).
De limiet voor de schipper is 0,5 promille. Dit is gelijk aan de limiet in de auto (ongeveer 2 biertjes). De waterpolitie controleert hier streng op, zeker op mooie zomerdagen. Voor passagiers geldt geen limiet, zolang ze de veiligheid niet in gevaar brengen.
Niet per definitie omdat ze “beroeps” zijn, maar wel vaak door hun omvang. Een schip langer dan 20 meter is “Groot” en heeft voorrang op “Klein”. Een kleine watertaxi (<20m) is beroepsvaart, maar moet gewoon wijken voor een groot plezierjacht van 25 meter.
Handel volgens Goed Zeemanschap. Dat betekent: vaar defensief, minder vaart, zoek oogcontact met de andere schipper en wijk tijdig en duidelijk uit. Voorkom twijfel bij de ander.
Meer informatie
Corstiaan Smit
Corstiaan is sinds 2012 actief als trainer. Als fanatiek watersporter heeft hij in 2023 Klein Vaarbewijs 1 en 2 gehaald. Hierdoor weet hij wat nodig is om goed voorbereid het CBR-examen te halen. Als oprichter van KapiteinSmit.nl helpt hij kandidaten bij een duidelijke en efficiënte voorbereiding op hun vaarbewijsexamen.
KVB 1 Cursus
Complete cursus ter voorbereiding op het CBR examen.-
1.000+ oefenvragen
-
40 uitgebreide lessen
-
40 oefentoetsen op onderwerp
-
20 proefexamens CBR stijl
-
onbeperkt toegang tot je het haalt
KVB 2 Cursus
Complete cursus ter voorbereiding op het CBR examen.-
500+ oefenvragen
-
22 uitgebreide lessen
-
22 oefentoetsen op onderwerp
-
20 proefexamens CBR stijl
-
onbeperkt toegang tot je het haalt
KVB 1 en 2 Cursus
Complete cursus ter voorbereiding op het CBR examen.-
1.500+ oefenvragen
-
62 uitgebreide lessen
-
62 oefentoetsen op onderwerp
-
40 proefexamens CBR stijl
-
onbeperkt toegang tot je het haalt
Laatst geüpdatet op: